Pagar - Spaans werkwoord van de Week
Betalen moet je overal, dus het is handig als je dat woord kent in het Spaans. Pagar betekent: betalen, uitbetalen, voldoen, afrekenen, lonen, vergelden en boeten (figuurlijk).
Zinnen & uitdrukkingen met 'pagar':
Bekijk ook nog even de vervoeging van pagar. Het is een regelmatig werkwoord, maar let wel op de subjuntivo!
Zinnen & uitdrukkingen met 'pagar':
- pagar con cambio = gepast betalen
- pagar una suma = een bedrag betalen
- pagar por = betalen voor
- pagar antes = vooruit betalen
- camarero, quisiera pagar! = ober, mag ik betalen?
- pagar la cuenta = de rekening betalen
- ha pagado buen dinero = hij heeft dik betaald
- le pagan por este trabajo = hij wordt voor dit werk betaald
- pagar caro por algo = zwaar voor iets boeten
- lo pagarás = daar zul je voor boeten
- pagar sus faltas = boeten voor zijn fouten
- me las pagará = dat zal ik hem betaald zetten
Bekijk ook nog even de vervoeging van pagar. Het is een regelmatig werkwoord, maar let wel op de subjuntivo!
Reacties
Een reactie posten